BSV Limburgia

Historie R.K.B.S.V.

Historie van R.K.B.S.V.

Toen de gemeente Brunssum, in de eerste helft van de vorige eeuw, uitgroeide van agrarische plattelandsgemeente tot industriële gemeente, deed de snel opkomende voetbalsport ook in deze contreien zijn intrede. In de gemeente Brunssum namen in competitieverband deel de verenigingen Rhenania, Stm.Hendrik, Hertha en Vitesse. Daarnaast bestond ook nog de voetbalvereniging Olympia. Haar leden rekruteerde men uit de Jonge Werkman (de huidige KAJ). Pater Colsen was de stuwende kracht van deze vereniging. Olympia nam, in tegenstelling tot de reeds eerder genoemde verenigingen, niet deel aan de competitie. Zij speelden uitsluitend vriendschappelijke wedstrijden. 

1921

We schrijven het jaar 1921. Een aantal voetballiefhebbers vatte het plan op om de gemeente Brunssum te verrijken met een nieuwe voetbalvereniging. Er werd contact opgenomen met de leiders van Olympia. Na enkele besprekingen kwam men tot een akkoord. Olympia zou opgaan in de nieuw te vormen vereniging. 28 februari 1921 werd de nieuwe vereniging opgericht. Zij kreeg de naam van Rooms Katholieke Brunssumse Sportvereniging, afgekort RKBSV. Deze naam heeft de vereniging behouden tot de fusie met Limburgia in 1998. De initiatiefnemers voor het oprichten van RKBSV waren de heren Ancion, Kerkhof, Lenssen, Maas en Vondenhoff. Misschien is het interessant te weten welke spelers er in het eerste elftal speelden. Welnu dat waren A.Vondenhoff, A.Diederen, A.Kerkhof, J.v.d.Boom, G.Keulen, F.Capellen, Schoffelen, N.Hendrix, P.Maas, C.Lenssen en J.Keulen. Reeds na korte tijd bleek dat RKBSV zeker één elftal in het veld kon brengen dat met redelijke kans op succes aan de competitie kon deelnemen. Contact werd er opgenomen met de toen bestaande voetbalbond, genaamd RKLVB (Rooms Katholieke Limburgse Voetbal Bond). RKBSV werd lid van deze bond. Een en ander kostte natuurlijk veel geld en van de clubkas was dan ook spoedig de bodem te zien. Om uit de financiële impasse te geraken en de clubkas iets te spekken, nam RKBSV zijn toevlucht tot het organiseren van zogenaamde seriewedstrijden, die toentertijd zeer in trek waren. Een groot aantal clubs had ingeschreven. De publieke belangstelling was zeer groot. Het bekende Chevremont (toen nog Olympia geheten) ging met de ereprijs naar huis. De opbrengst bedroeg netto ruim 300 gulden (± 140 euro). Voor die tijd een enorm bedrag. Een minder prettig gevolg van de seriewedstrijden was, dat er onder de leden verschil van mening ontstond. Het resultaat was dat meerdere leden zich als lid bedankten en hun voetbalvermaak elders zochten. Bij de oprichting werd gekozen voor een speelterrein aan de Merkelbeekerstraat voor de steenfabriek van de heer Lemmens. Een niet zo geschikt terrein, vandaar dat uitgekeken werd naar een beter speelveld. Vervolgens werd gekozen voor een terrein gelegen bij het voormalige kasteel het Höfke, ook wel Bexhoes genaamd. Dit terrein werd niet goedgekeurd door het bondsbestuur, waarna de vereniging verhuisde naar een terrein gelegen in de Oeloven voor de graanmolen van de heer Bruls, aan de rechterkant van Op gen Hoes. De toenmalige clubkleuren waren zwart en wit.

1922

In dit jaar werd voor het eerst aan de competitie deelgenomen. Twee elftallen werden ingeschreven, respectievelijk in de 2e en 3e klas RKLVB. Een plaats in de middenmoot aan het einde van de competitie voor beide elftallen was het resultaat.

1923

Een behoorlijk aantal leden telde de vereniging Vitesse, die haar domicilie eveneens in Brunssum had. In 1923 moest deze vereniging de strijd om het bestaan opgeven. Het overgrote deel van haar leden kwam naar RKBSV over. Leden die later naam zouden maken in onze vereniging. Ook konden we gebruik gaan maken van het speelveld van Vitesse dat gelegen was links van Op gen Hoes. Dit betekende het vierde speelveld binnen twee jaar.

Staande v.l.n.r. M. Franssen (secr.), A. v.Dijk (voorz.), J.W. Hanssen (scheids), J. Keulen, H. v.Buggenum, P. Croonen, P. Maas, L. Franssen, P. Raets en M.Hendricks (penn.). Knielend v.l.n.r. W. Pieters, L. Godderij en H. v.Dijk (aanv.). Liggend v.l.n.r. N. Hendrix, J. Greve en G. Keulen.

1924

Er wordt deelgenomen aan de door de RKLVB georganiseerde wedstrijden om de kostbare Limburgerprijs. Het RKBSV-bestuur kreeg de uitnodiging de voorwedstrijden van groep C te organiseren. Deze voorronde werd door RKBSV gewonnen zodat het elftal zich plaatste voor de eindwedstrijden welke werden gespeeld op het Minor terrein in Nuth. Hier wist men tot de finale door te dringen, waarin met 2-0 gewonnen werd van R.V.V.Roermond door doelpunten van Leo Franssen (onze latere voorzitter) en P.Raets. De Limburgerprijs, een kostbaar kleinood, verhuisde voorgoed naar Brunssum. Het succes in Nuth kwam onze vereniging ten goede. Een verzoek om promotie werd door het bondsbestuur welwillend ontvangen. Zo zien we, dat in het seizoen 1924-1925 ons eerste elftal in de 1e klas RKLVB werd ingedeeld. Het reserve-elftal bleef in de 3e klas. Echter niet voor lang. Aan het einde van de competitie prijkte dit team op de bovenste plaats. Het eerste kampioenschap in onze vereniging was behaald. Promotie naar de 2e klas was het gevolg.

1927

RKBSV, geboren en getogen in oud-Brunssum, had veel concurrentie van het toenmalige Rhenania, dat een terrein aan de Schinvelderstraat had. In 1927 nam deze vereniging de naam Staatsmijn Hendrik aan en verhuisde naar een terrein aan de Venweg. In 1936 neemt deze vereniging de naam Limburgia aan. Dit had tot gevolg dat RKBSV meer in de belangstelling kwam te staan in oud-Brunssum. Tevens verhuisde RKBSV naar het terrein van Rhenania aan de Schinvelderstraat.

1928

In dit jaar werd eindelijk het gewenste resultaat bereikt. Het eerste en tweede elftal werden kampioen, met daaraan verbonden promotie naar respectievelijk de overgangsklasse en de eerste klasse RKLVB. Een derde elftal nam, zij het op bescheiden wijze, ook aan de competitie deel.

1929

Het eerste elftal eindigde in dit jaar op een eervolle derde plaats, met slechts twee punten achterstand op de kampioen Quick (het huidige FC Geleen Zuid). De toenmalige RKF (de landelijke competitie voor verenigingen op katholieke grondslag) werd uitgebreid. De nummers 1 en 2 van de overgangsklasse, aldus werd besloten, zouden zonder meer promoveren. De vereniging DVO, dat de 2e plaats bezette, wenste geen gebruik te maken van de geboden gelegenheid. Zodoende kreeg RKBSV de kans, die ze dankbaar met beide handen aangreep. Ons eerste deed zijn intrede in de landelijke competitie.

Staande v.l.n.r.: scheidsrechter, Nowak, P. Raets, kap. Bastin, J. Frijns, P. Maas en J. Curvers. Knielend v.l.n.r. : W. Boereboom, A. Hermans, G. Keulen, C. Peters, J. Bremen en L. Franssen.

1930

De start in de competitie was geweldig, een gelijkspel en drie overwinningen. Doch er deed zich een merkwaardig feit voor. Alle gespeelde wedstrijden werden door de Bond ongeldig verklaard. Wat was namelijk het geval. Een ongerechtigde speler zou bij RKBSV aan de wedstrijden hebben deelgenomen. Bestuur en de betrokken speler wisten van de prins geen kwaad. Een en ander had tot gevolg dat er moeilijkheden in onze vereniging ontstonden. Het tweede elftal trok zich uit de competitie terug en degradeerde daardoor naar de 2e klas RKLVB. De toekomst van RKBSV zag er niet erg hoopvol uit. Men kan spreken van een zwarte bladzijde in de geschiedenis van RKBSV.

Uitvouwen

1931

Foto genomen bij de viering van het 2e lustrum.

1932

RKBSV komt in zware financiële problemen. Het enigste lichtpuntje aan de donkere hemel is het reserve-elftal. Dit elftal werd kampioen van zijn afdeling en promoveerde naar de 1e klas van de RKLVB.

1933

Gedwongen door de financiële problemen komt de vereniging voor de keus te staan om het eerste elftal vrijwillig te doen degraderen naar de overgangsklasse van de RKLVB of de vereniging op te doeken. Op een speciaal daartoe belegde ledenvergadering werd, met algemene stemmen, besloten tot het eerste. Het voortbestaan van RKBSV hing die dagen aan een zijden draadje. Voor de zoveelste keer kregen we een ander terrein toegewezen. Men verhuisde naar de zogenaamde Meulewei gelegen op de hoek van de Schinvelderstraat en de Pastoor Hagenstraat. Een terrein dat helaas schuin afliep.

Het terrein aan de Meulewei.

1935

Wederom deden zich moeilijkheden voor. Een meningsverschil tussen de bondsleiding en ons bestuur (waar lag de oorzaak?) had tot gevolg, dat het eerste elftal, dat vanaf het begin van de competitie de ranglijst aanvoerde, verdere deelname aan de competitie werd ontzegd. Protesten over en weer. Niets mocht baten. Het Bondsbestuur handhaafde zijn eenmaal ingenomen standpunt. Gevolg: het 2e en 3e elftal trokken zich terug. Vrees alom dat achter de geschiedenis van RKBSV een punt gezet kon worden. Maar de redding was nabij. Oud-leden en diverse andere personen die RKBSV een warm hart toedroegen boden spontaan hun hulp en medewerking aan. Men was het erover eens dat het nodig was de vereniging in z’n geheel grondig te reorganiseren. Het dagelijks bestuur werd samengesteld uit personen, die niet rechtstreeks bij de vereniging betrokken waren, aangevuld met oud-leden. Gesterkt kwam RKBSV uit deze ernstige crisisjaren tevoorschijn. Voor de eerste maal werd aan de vereniging een jeugdafdeling toegevoegd. Uit alles viel af te leiden, dat de vereniging een rooskleurig tijdperk tegemoet zou gaan. Liefst met vijf elftallen werd aan de competitie deelgenomen. Drie senioren en twee jeugdelftallen. Hierbij een overzicht van het ontstaan van het jeugdvoetbal. Begin oktober 1935 ontving de toenmalige jeugdleider van RKBSV de heer G.Keulen een uitnodiging van de RKLVB voor het bijwonen van een algemene jeugdleiderbijeenkomst. Ter vergadering werden de competitie-indeling, het wedstrijdprogramma en de wedstrijddagen besproken en vastgesteld. Deelnemers aan de op te starten jeugdcompetitie waren onder meer Stm.Hendrik (Limburgia), Hoensbroek, RKBSV, Egge, Rumpen, DFC en SNE. Na het spelen van een viertal wedstrijden werd besloten de lopende competitie stop te zetten en een geheel nieuwe indeling met twee poules te maken, dit door de aanmelding van nieuwe teams. Er werden een tweetal afdelingen geformeerd, bestaande uit : Afdeling A : Egge, Patronaat Schinveld, RKBSV-A, RKBSV-B, Rumpen en DFC. Afdeling B : Hoensbroek, DWS, Nuth, ADVEO, Amstenrade en SNE.

1936

Ons eerste elftal neemt deel aan een toernooi georganiseerd door de voetbalvereniging Rumpen. RKBSV won dit toernooi en wist voor één jaar beslag te leggen op de rectoraatsbeker.

1937

Een zeer succesvol jaar. Het eerste elftal behaalde het kampioenschap van het seizoen 1936/1937 reeds op 27 december 1936 door alle wedstrijden winnend af te sluiten en door de promotiewedstrijden te winnen promoveert men naar de 2e klas IVCB. Deze organisatie (Interdiocesane Voetbal Competitie Bond) geheten, verzorgde als opvolger van RKF de landelijke competities. Ook werd deelgenomen aan de bekende toernooien van Hoensbroek om de Ave Rex Christie-beker en om het rector Gilissen-doel van VVH (het huidige Sporting Heerlen). Gerenommeerde eerste klassers werden uitgeschakeld en beide trofeeën verhuizen naar Brunssum. Vooral de 1.50 meter hoge A.R.C.-beker werd triomfantelijk meegebracht. Tevens is er dit jaar het eerste kampioenschap te vieren bij de jeugd. Het A-elftal wordt zonder puntverlies kampioen.

1938

RKBSV werd wederom gedwongen het terrein aan de Meulewei te ontruimen. Het nieuwe terrein dat men ging bespelen was gelegen op gebied van de gemeente Schinveld aan de Brunssummerstraat. Dit terrein werd bespeeld door de Schinveldse Boys, in de volksmond beter bekend als de poalclub. Laatstgenoemde vereniging ging in dit jaar ter ziele. Zodoende kwam dit terrein vrij en kon RKBSV erover beschikken. Voor het eerst in de geschiedenis van RKBSV werd er een jeugdtoernooi georganiseerd.

1939

Het seizoen van de kampioenen bij RKBSV. Het eerste elftal werd kampioen van de 2e klas IVCB. Het derde elftal werd kampioen in de 3e klas RKLVB. Ook het A-elftal werd wederom kampioen. De promotiewedstrijden die het eerste elftal moest spelen brachten niet het gewenste resultaat. Promotie naar de 1e klas IVCB bleef alsnog uit.

1940

Er vond een fusie plaats tussen de verschillende voetbalbonden in Nederland. Ons eerste elftal werd ingedeeld in de 3e klas NVB (Nederlandse Voetbal Bond). De lagere elftallen werden ondergebracht in de onderafdeling Limburg. Een competitie werd ingericht voor spelers tot 17 jaar, een regeling die drie jaar later gespecificeerd wordt in drie in te stellen klassen.

Uitvouwen

1944

Voetbal was er tussen de jaren 1941 en 1943, vanwege de oorlog die in geheel Europa woedde, niet mogelijk. Militaire autoriteiten namen bezit van ons terrein. De Engelse luchtmacht had in de middencirkel van ons terrein een complete batterij luchtdoelafweergeschut opgesteld en gebruikte onze gehele accommodatie met toebehoren voor andere doeleinden. Het speelveld leek op een maanlandschap. Daarbij kwam nog het volgende probleem. RKBSV speelde immers op Schinvelds grondgebied. Denk hierbij alleen maar aan het heen en weer reizen tussen het kleedlokaal, toentertijd gevestigd in café Muys (de Kroeg), gelegen aan de Schinvelderstraat en het terrein ongeveer twee kilometer richting Schinveld gelegen. Kleedlokalen waren er op het terrein nog niet aanwezig. Een oplossing van dit vraagstuk werd vooralsnog niet gevonden. De jeugdcompetitie draaide in de oorlogsjaren gewoon door en het A1 elftal legt beslag op het kampioenschap in dit jaar.

Op de bovenste foto het A elftal na de kampioenswedstrijd. De foto onder laat de huldiging zien van het A elftal door bestuur en leden.

1946

Ons zeer gewaardeerde clubblad “De Schakel” aanschouwt in dit jaar het levenslicht en blijft tot ruim na de fusie met Limburgia verschijnen en moet uiteindelijk na ruim 60 jaar het loodje leggen door de opkomst van de social media. In samenwerking met de gymnastiekvereniging Olympia, de hockeyclub Grashoppers en de wandelclub Ons Zuiden verscheen in januari 1946 het eerste nummer. Dit is tevens het jaar van ons zilveren bestaansfeest. Sjir Keulen werd in de bloemetjes gezet vanwege zijn 25-jarig lidmaatschap. In augustus van dit jaar werd door burgemeester Quint het nieuwe terrein aan de Hokkelenberg geopend. Door de groei van de vereniging, vooral de jeugdafdeling, werd besloten dat de seniorenelftallen het terrein aan de Hokkelenberg zouden bespelen en de junioren het oude terrein aan de Brunssumerstraat in Schinveld. Er werd een wedstrijd tegen het Nederlands militair elftal gespeeld welke met 6-2 werd gewonnen.

1947

In dit jaar is alleen vermeldenswaardig dat het A-elftal weer kampioen werd.

1948

Vanaf de oprichting in 1921 had RKBSV de bekende zwarte broek en het zwart-wit gestreepte shirt gedragen. In dit jaar werden de kleuren vervangen door de blauwe broek en het rood-blauw gestreepte shirt. De kleuren van de gemeente Brunssum. In het jeugdvoetbal worden de spelerspasjes ingevoerd.

1949

Nadat we in 1946 het sportterrein op de Hokkelenberg in gebruik hadden genomen, dacht iedereen dat onze lijdensweg wat betreft een speelveld, achter de rug zou zijn. Niets was minder waar. Het gehele terreincomplex op de Hokkelenberg werd aangewezen voor woningbouw. RKBSV werd gedwongen uit te zien naar een ander complex. Voorlopig werd het oude terrein, aan de Brunssummerstraat, betrokken. Na eindeloze besprekingen slaagde men erin een akkoord te bereiken met de eigenaars van een groot complex terreinen aan de Schinvelderstraat. Dit complex moest echter, vanwege de vrij sterke helling die het terrein vertoonde, een algehele verandering ondergaan. Met medewerking van de gemeente, de Staatsmijnen en de DUW (Dienst Uitvoerende Werken) werd besloten tot de aanleg van een drietal velden in terrasvorm. Enorme geldbedragen waren met de uitvoering van dit plan gemoeid. Echter BSV zou BSV niet zijn, als voor deze problemen geen oplossing gevonden werd. Overgegaan werd tot het oproepen van vrijwillige medewerkers onder de leden. Het beroep was niet tevergeefs. Ook zouden we de beschikking krijgen over eigen kleedlokalen. Een renteloze lening zorgde voor de financiële afwikkeling van genoemde aanleg.

1949

Nadat we in 1946 het sportterrein op de Hokkelenberg in gebruik hadden genomen, dacht iedereen dat onze lijdensweg wat betreft een speelveld, achter de rug zou zijn. Niets was minder waar. Het gehele terreincomplex op de Hokkelenberg werd aangewezen voor woningbouw. RKBSV werd gedwongen uit te zien naar een ander complex. Voorlopig werd het oude terrein, aan de Brunssummerstraat, betrokken. Na eindeloze besprekingen slaagde men erin een akkoord te bereiken met de eigenaars van een groot complex terreinen aan de Schinvelderstraat. Dit complex moest echter, vanwege de vrij sterke helling die het terrein vertoonde, een algehele verandering ondergaan. Met medewerking van de gemeente, de Staatsmijnen en de DUW (Dienst Uitvoerende Werken) werd besloten tot de aanleg van een drietal velden in terrasvorm. Enorme geldbedragen waren met de uitvoering van dit plan gemoeid. Echter BSV zou BSV niet zijn, als voor deze problemen geen oplossing gevonden werd. Overgegaan werd tot het oproepen van vrijwillige medewerkers onder de leden. Het beroep was niet tevergeefs. Ook zouden we de beschikking krijgen over eigen kleedlokalen. Een renteloze lening zorgde voor de financiële afwikkeling van genoemde aanleg.

1950

Met grote feestelijkheden werd in augustus 1950 het sportpark Houserveld in gebruik genomen. Burgemeester Quint, beschermheer van onze vereniging, verrichtte de opening. Ter gelegenheid van dit feest werd een openingstoernooi gehouden. Naast RKBSV namen Kerkrade (Roda jc), Liegeois, Standard Luik, MVV, Chevremont en Limburgia deel aan dit toernooi. In april 1950 neemt Jo Palmen (onze latere erevoorzitter) het heft bij de jeugdafdeling in handen. Op de foto de staantribune in aanbouw.

Uitvouwen

1951

Omdat RKBSV was teruggekeerd in haar oude vertrouwde omgeving leverde dit direct tastbare resultaten op. Met liefst 10 elftallen (5 senioren- en 5 jeugdelftallen) werd aan de competitie deelgenomen. Na een spannende eindspurt werd door ons eerste elftal in de uitwedstrijd tegen SVN het kampioenschap in de 3e klas KNVB behaald. Promotie naar de 2e klas was een feit. Saillant detail bij deze wedstrijd was dat deze, wegens een door de KNVB opgelegde boete aan SVN, zonder publiek gespeeld moest worden. Zelfs onze geestelijke adviseur, kapelaan Bosch, mocht niet op het terrein. Desalniettemin hadden zich zo’n 2000 toeschouwers buiten op de weg verzameld (zie de hierboven geplaatste foto’s). Het tweede elftal deed eveneens van zich spreken. In het toernooi om de beker van de Afdeling Limburg wisten zij de eerste plaats te bereiken. Ook het vierde elftal en twee juniorenelftallen werden kampioen. De Afdeling Limburg startte ook met een pupillencompetitie. Het zou echter nog vijf jaar duren eer deze ook in Brunssum van de grond kwam.

1952

Het eerste elftal voelde zich volkomen thuis in haar nieuwe omgeving. Het tweede elftal werd in dit jaar glansrijk kampioen. De promotiewedstrijden leverden niet het gewenste resultaat op. Tegen Voerendaal werd, op het Groene Ster terrein voor maar liefst 4000 toeschouwers, verloren. In het toernooi om de afdelingsbeker was het tweede elftal dit jaar verliezend finalist. Ook werd in dit jaar het B1 elftal ongeslagen kampioen.

1953

Het jaar van ons tweede elftal. Weer werd het kampioenschap in de 1e klas Afdeling Limburg behaald. De promotiewedstrijden werden ook een groot succes. De reserve 2e klas van de KNVB werd bereikt. Ook werd door dit elftal de finale om de afdelingsbeker bereikt. Na een enerverende wedstrijd tegen het eerste elftal van RKDFC (op het Schinveld terrein gespeeld voor 4000 toeschouwers) was de stand na 90 minuten 3-3 gelijk. Na maar liefst vier verlengingen moesten strafschoppen de beslissing brengen. RKDFC had haar zenuwen beter in bedwang. Ook het vierde elftal werd met grote voorsprong kampioen. Bij de jeugd werden het A1 en B2 elftal kampioen.

1954

Het tweede elftal werd in haar nieuwe omgeving bijna weer kampioen. Een beslissingswedstrijd tegen Spcl.Emma 2 werd noodzakelijk. Twee enerverende wedstrijden op het Limburgia terrein (aantal toeschouwers ± 5000) waren er nodig om aan te wijzen welke ploeg zich kampioen mocht noemen. De eerste wedstrijd eindigde in 1-1. De tweede wedstrijd werd met 4-1 verloren. Te bedenken valt hierbij dat in deze laatste wedstrijd vier spelers van het toentertijd roemrijke eerste elftal van Spcl.Emma waren opgesteld. Voorwaar geen faire handelswijze. Tevens doet in dit jaar het betaalde voetbal zijn intrede.

1955

Het tweede elftal was ook dit jaar niet te stuiten. Wederom werd het kampioenschap behaald. Vanwege de grote reorganisatie binnen de KNVB, in verband met de invoering van het betaalde voetbal, ging promotie naar de reserve 1e klas vooralsnog niet door. Deze promotie werd door de genoemde beslommeringen uitgesteld. In dit jaar werd er door de jeugdafdeling voor het eerst deelgenomen aan het sportkamp in Vught onder supervisie van de NKS.

1956

Een prettig jaar voor de penningmeester van onze vereniging. De gemeente Brunssum nam alle bestaande financiële verplichtingen, welke waren ontstaan uit de aanleg van het sportcomplex, over. Op voorstel van Minor uit Nuth werd gestart met een pupillencompetitie. RKBSV kwam daarbij met een elftal goed uit de startblokken en werd kampioen. Op initiatief van de jeugdafdeling organiseerde men voor de eerste maal een schoolvoetbaltoernooi. De jeugdleiding kreeg een enorme impuls door het aantrekken van twee zeer bekwame jeugdleiders, te weten : de eerwaarde broeders Amandus en Donatus. In verband met de kinderverlamming in dit jaar werd door de jeugdelftallen niet deelgenomen aan toernooien en het sportkamp.

1957

Het derde en vierde elftal worden kampioen en promoveren naar de 1e klas van de Afdeling Limburg. Ook in dit jaar mag de jeugdafdeling een kampioen huldigen, namelijk het C1 elftal. Met 110 jeugdleden en 15 jeugdleiders kon met vijf junioren- en twee pupillenteams aan de competitie worden deelgenomen. Op initiatief van RKBSV werd de pupillencompetitie, met medewerking van de overige Brunssumse verenigingen, in eigen hand genomen.

1958

Het A1 elftal werd kampioen.

Staand vlnr : H. van Os, Th. Janssen, L. Hendriks, G. Kerkhof, F. Keulen, H. Renkens, F. Hendrix, J. Hendricks en J. Palmen. Knielend vlnr : J. Möller, H. Janssen, M. van Lierop, M. v.d.Schaft, F. Melchers en J. Kerkhof.

1959

Het B1 en B2 elftal werden kampioen. De foto toont het B2 elftal.

1960

Van de Afdeling Limburg werd de vererende uitnodiging ontvangen de finale van het Bisschopsbekertoernooi te organiseren. Zoals reeds eerder werd vermeld had ons tweede elftal nog promotierechten naar de reserve 1e klas. In dit seizoen werd deze promotie verwezenlijkt en deed het tweede zijn intrede in de hoogste reserve-afdeling voor amateurs. Het A1 en B1 elftal worden wederom kampioen. Het vierde elftal degradeert naar de 2e klas afdeling Limburg.

Uitvouwen

1961

Dit jaar stond in het teken van het 40-jarig jubileum van de vereniging. Als slot van de jubileumfeesten werd een internationaal veteranentoernooi georganiseerd. Aan dit vierlandentoernooi werd deelgenomen door Anderlecht, Alemannia Aken, VFL Neuwied, Association Sportive Arras, RFC Roermond en RKBSV. Het toernooi kon beschouwd worden als een reünie voor ex-internationals. Liefst 14 oudgedienden uit diverse nationale elftallen demonstreerden hier nog hun kunnen. In de finale wist Alemannia Aken met 1-0 van RKBSV te winnen.

1964

Het B1 elftal werd kampioen.

1965

Op zondag 11 april 1965 werd RKBSV kampioen van haar afdeling en promoveerde hierdoor automatisch naar de 1e klas KNVB. Destijds was dit de hoogste klas bij de amateurs omdat de hoofdklasse pas jaren later het levenslicht zag. Als typische bijzonderheid kunnen we hierbij vermelden dat dit kampioenschap werd behaald zonder zelf te spelen. Immers op deze voor RKBSV vrije zondag verloor haar voornaamste rivaal VVH’16 met 2-1 van Standaard en het kampioenschap was een feit. Dat het eerste elftal werkelijk een goed team was, werd bewezen tijdens de huldigingswedstrijd tegen Limburgia (2e divisie betaald voetbal). Er werd slechts op het nippertje met 2-1 verloren. Ook het B1 elftal werd dit jaar kampioen met een doelsaldo van liefst 84-6. Minder leuk was dat het tweede en vierde elftal degradeerden. Tijdens de raadsvergadering van 24 juni 1965 besloot de gemeenteraad de reeds bestaande tribune op ons complex over een lengte van 40 meter te overkappen. Deze aanwinst werd in oktober officieel in gebruik genomen. Daarnaast verrees op ons complex een kantine.

 

 

wd

w

g

v

pnt

doels

1

RKBSV

22

13

5

4

31

59-24

2

KVC Oranje

22

10

6

6

26

44-32

3

VVH’16

22

9

7

6

25

44-33

4

Maasvogels

22

10

5

7

25

39-30

5

Nieuw Einde

22

8

7

7

23

39-30

6

Swift’36

22

8

7

7

23

52-59

7

Standaard

22

9

4

9

22

34-35

8

Kolonia RKVV

22

8

4

10

20

34-36

9

RVU

22

5

9

8

19

38-43

10

Waubachse Boys

22

7

5

10

19

23-39

11

Wit Groen

22

7

4

11

18

33-51

12

Kimbria

22

4

5

13

13

30-51

1966

Aanvankelijk ging de aanpassing van het eerste elftal in de nieuwe omgeving heel goed. Hoe verder dit seizoen verliep, hoe minder aangenaam onze toestand in de 1e klas zich ontplooide. Toen de competitie was afgelopen deelde onze ploeg de voorlaatste plaats met EHC. Een beslissingswedstrijd in de Varenbeuk moest uitmaken welke ploeg teruggewezen zou worden naar de 2e klas. Deze enerverende wedstrijd, gespeeld voor ruim 5000 toeschouwers, leverde een 3-2 zege op voor EHC. De jeugdafdeling handhaafde de traditie door wederom twee kampioensteams af te leveren, namelijk het C2 en het C4 elftal.

1967

In 1967 moesten we wederom een beslissingswedstrijd spelen. Ditmaal eindigden zowel Waubachse Boys als ons eerste elftal op de voorlaatste plaats van de 2e klas. Deze wedstrijd die op het terrein van EHC voor ruim 2500 toeschouwers gespeeld werd een dik verdiende 5-1 overwinning voor ons team. Bij de jeugdafdeling eiste de jongste generatie de eer voor zich op. Twee pupillenteams worden kampioen.

1970

Na vanaf 1950 als hoofdjeugdleider te hebben gefungeerd wordt Jo Palmen gekozen tot voorzitter van de vereniging welke functie hij 15 jaar zal bekleden. Ons A1 elftal veroverde met vlag en wimpel het kampioenschap.

Uitvouwen

1971

Dit jaar staat in het teken van ons 50-jarig bestaan. Een feest waarvan jong en oud volop heeft kunnen genieten. Sportief gezien moeten we echter een stap terugdoen. Ons eerste elftal degradeert naar de 3e klasse. Hier tegenover staan de kampioenschappen van het tweede (zie foto), het vierde en het vijfde elftal en bij de jeugdafdeling het B1(foto) en P3 elftal.

1973

Na jarenlange onderhandelingen met de Brunssumse sportstichting kregen we de uitbreiding van de kantine erdoor. Mede door de nodige zelfwerkzaamheden beschikken we vanaf dan over een redelijk acceptabele kantine. Werd in 1972 alleen het P4 team kampioen, dit jaar waren er drie kampioensteams, namelijk B2, P3 en P5.

1974

Omdat in de verbouwde kantine meer gedaan kon worden werd het traditie om een nieuwjaarsreceptie te houden en een heuse Prins Carnaval uit te roepen. Ook een afscheid had plaats. M.Mengelers gaf na een bestuursperiode van meer dan 40 jaar zijn functie over aan een jongere. Kampioenschappen waren er bij de jeugdafdeling voor B1 (foto), D1 en E2. Ons A1 elftal maakte een trip van een week naar Güglingen (bij Stuttgart) en nam er deel aan een internationaal jeugdtoernooi.

1975

Was het jaar van het 40-jarig jubileum van de jeugdafdeling dat op grootse wijze gevierd werd. Er werd een groot internationaal A-toernooi georganiseerd met deelname van de Duitse teams TSV Güglingen, TUS Rotthausen, Concordia Hamburg en Viktoria Köln, verder het Belgische Overpeltse VV, het Engelse selectieteam Southend Wanderers en het Amsterdamse KBV. Kampioenschappen waren er voor het derde en vierde elftal en bij de jeugd het C3.

1976

Kampioenschappen zijn er voor het vierde elftal en bij de jeugd B2 en C1. Opmerkelijk was de overmacht van ons C1 elftal, geen puntverlies en de alleszeggende doelcijfers 118-4. Het derde elftal degradeert. Ons A-elftal maakt in het paasweekend een vijfdaagse trip naar Southend-on-Sea.

1977

Kampioenschap voor B2, E1 en E3. B3 eindigt in dezelfde poule als B2 op de tweede plaats.

1978

RKBSV nam met het record aantal van 16 jeugdelftallen (er was toen nog geen 7-tal voetbal) aan de competitie deel. Kampioen worden B1, C1, E1 en F1. Het derde en vierde seniorenelftal degradeert.

1979

We verblijven met twee A-elftallen een lang weekend in Schwarzbach (Hessen) en nemen er deel aan het jubileumtoernooi welk door ons A1 elftal gewonnen wordt. Het vierde seniorenelftal degradeerde naar de nieuw gevormde vierde klasse van de afdeling als gevolg van versterkte degradatie.

1980

Kampioenschap voor C1, D1 en E1.

Uitvouwen

1981

Het 60-jarig jubileum van de vereniging wordt op grootse wijze gevierd. Kampioen worden C1 en D2.

1982

Het eerste elftal wordt op de laatste competitiedag kampioen door met 1-1 gelijk te spelen tegen naaste concurrent Hopel en promoveert hierdoor naar de tweede klasse. Voor de tweede maal in de geschiedenis van de jeugdafdeling werd besloten Het Kanaal over te steken voor een meerdaags bezoek aan Engeland. Dit keer was de badplaats Eastbourne het reisdoel. Wij waren hier te gast bij de vereniging Wikney FC met liefst 48 spelers van onze C-jeugd en acht leiders. Kampioen worden C1 en D1. Ook dit jaar weer geen puntverlies van ons C1 elftal en het doelsaldo is 126-13.

1983

Kampioenschappen zijn er voor het vierde elftal en bij de jeugd voor C1, C2 en E1.

1984

Nadat in het vorig jaar reeds met de voorbereiding begonnen was en na lang bakkeleien met de gemeente krijgen we toestemming voor de plaatsing van een jeugdhome op ons complex, welk in dit jaar feestelijk geopend wordt. Bij de F-teams wordt de aanzet gegeven om met 8-tallen te gaan spelen in een voorjaar- en najaarsreeks waarbij er geen competitiestanden worden bijgehouden. De organisatie hiervan is in handen van het overlegorgaan kring Brunssum. Het D2 elftal werd kampioen.

1985

Op gepaste wijze wordt het 50-jarig jubileum van de jeugdafdeling gevierd. Het D1 elftal wordt kampioen.

1987

Bij de jeugdafdeling worden B1 en E1 kampioen. Het D1 elftal wint de regiobeker, het E1 is verliezend finalist.

1988

Kampioen worden het derde elftal en bij de jeugd D1 en E1.

1989

Op de laatste competitiedag van ons eerste elftal moeten we het kampioenschap in een onderling treffen laten aan tegenstander Chevremont dat aan het 1-1 gelijkspel genoeg had om de vlag te mogen uithangen. Het tweede elftal en bij de jeugd liefst vijf elftallen worden kampioen, te weten D1, D3, F1, F2 en F3. Nieuw in dit jaar is de invoering van de periodetitels wat meteen desastreuze gevolgen heeft voor ons eerste elftal in het komende seizoen.

1990

Als gevolg van de invoering van de periodetitels moet ons eerste elftal een beslissingswedstrijd om de degradatie spelen tegen Groene Ster. Deze gaat jammerlijk verloren waardoor we voor de eerste keer in ons bestaan moeten uitkomen in de vierde klasse. Het E3 wordt kampioen.

1991

Het verblijf in de vierde klasse leverde aanvankelijk grote problemen op. Na het behalen van slechts één punt uit de eerste vier wedstrijden brak RKBSV met haar trainer. Vervolgens werd begonnen met een opmerkelijke opmars hetgeen op de laatste competitiedag het kampioenschap opleverde met daaraan verbonden de promotie naar de derde klasse. Derhalve kon tijdens het pinksterweekend het 70-jarig jubileum op grootse wijze gevierd worden. Ook het B1 elftal werd kampioen en wel zonder puntverlies met als doelcijfers 94-9. Tevens wint dit team de strijd om de Bisschopsbeker door in de finale Volharding te verslaan.

1992

In het recreatieve gedeelte van het jeugdvoetbal wordt gestart met de voor- en najaarsreeksen hetgeen ons zoveel titels oplevert dat we vanaf hier nog slechts de kampioenschappen vermelden van onze teams die aan de prestatieve competitie deelnemen. In dit jaar wordt het A1 elftal kampioen in de groepsklasse en promoveert hierdoor naar de selectieklasse.

1993

Alweer een echte finale aan het einde van het seizoen. Op de laatste competitiedag wordt bij naaste concurrent Groene Ster met 1-1 gelijk gespeeld, hetgeen voldoende was voor het kampioenschap en promotie naar de 2e klasse. Door een versterkte promotie lukt het ons A1 elftal om te promoveren naar de nieuw in te voeren landelijke 3e divisie.

1994

Mede door het vertrek van een zestal eerste-elftal spelers kunnen we ons niet handhaven in de 2e klasse. De voorlaatste wedstrijd tegen kampioen Almania werd met 2-1 verloren waardoor degradatie een feit was. Het D1 elftal wint dit jaar echter alles wat gewonnen kan worden. In de bekerfinale van de regio krijgt de tegenstander, het huidige FC Geleen Zuid, een afstraffing met liefst 8 – 0.

1995

Opnieuw werden we aan het eind van het vorige seizoen geconfronteerd met een grote leegloop van onze selectie, waardoor we ons ook in de 3e klasse niet kunnen handhaven. Het 60-jarig jubileum van de jeugdafdeling wordt op gepaste wijze gevierd. Het zesde elftal wordt met overmacht kampioen. Het F1 team wint de regiobeker.

1996

Op grootse wijze wordt het 75-jarig jubileum gevierd, waarbij Jo Palmen als erevoorzitter wordt geïnstalleerd. D1 en E1 bereiken beide de finale om de regiobeker maar ze komen met lege handen naar huis. Het vijfde elftal werd kampioen.

1997

Na 1987 en 1994 weet ons D1 elftal voor de derde keer beslag te leggen op de regiobeker en wordt tweede bij de Limburgse regiokampioenschappen.

1998

In dit speciale jaar legt het eerste elftal beslag op het kampioenschap in de 4e klasse en door de fusie met Limburgia in juli van dit jaar promoveren we zelfs naar de 1e klasse. Nawoord : De jaren die niet genoemd zijn waren er geen belangrijke ontwikkelingen. We zullen het echter zeer op prijs stellen om aanvullingen op bovenstaand overzicht te ontvangen.

Uitvouwen
Scroll naar boven