BSV Limburgia

Historie Limburgia

Historie van SV Limburgia

Het was op 9 mei 1920 dat een stelletje voetballiefhebbers bijeen waren in Café Muijs (het huidige café De Kroeg) op de Schinvelderstraat. Het doel was om tot oprichting van een voetbalclub te komen. Tevoren waren reeds drie pogingen mislukt. Ditmaal echter kwam de club tot stand en de naam werd “Rhenania”. De vereniging werd dus geboren in de Rozengaard. Staande de vergadering traden de volgende leden toe : P. Vandeberg, J. Vandeberg, A.J. Janssen, H. Even, J. Wijnbergen, M. Wijnbergen, H. Hof, K. Reitsma, T. Reitsma, L. Frijns en C. Elands. Het bestuur werd als volgt samengesteld : J. Janssen, voorzitter, C. Elands, secretaris en J. Vandeberg, penningmeester. Op de oprichtingsvergadering moest ieder lid onmiddellijk 4,50 gulden (€2,05) betalen voor dekking der eerste onkosten, verder werden nog per hoofdelijke omslag de doelpalen en ballen berekend. Buitendien had ieder nog de aanschaffingskosten van de kleding. Voor het eerste speelveld werd gekozen voor een terrein aan de Schinvelderstraat.

1920

In het seizoen 1920-1921 werd voor het eerst aan de competitie deelgenomen en wel in de 2e klasse van de LVB (Limburgse Voetbal Bond). Het team, te zien op de foto hieronder, bestond uit de volgende spelers:

1921

In het seizoen 1921-1922 werd door promotie bij keuze de club ingedeeld in de 1e klasse van de LVB.

1923

Het seizoen 1922-1923 werd het eerste succesjaar, het kampioenschap in de afdeling werd behaald en tevens het kampioenschap van de LVB. Hieraan verbonden was de promotie naar de 3e klasse NVB.

1925

Het seizoen 1924-1925 leverde weer een kampioenschap op en er volgde promotie naar de 2e klasse.

1927

Op 1 mei van dit jaar werd bij besluit van de Buitengewone Algemene Vergadering de naam van Voetbalvereniging Rhenania gewijzigd in Sportvereniging Staatsmijn Hendrik. Ook werd er van speelveld veranderd. Het terrein aan de Venweg dat eigendom was van de Staatsmijn Hendrik werd in gebruik genomen. We mogen dit gratis bespelen en ontvangen ook nog 250 gulden (€113,45) subsidie per jaar. In verband met de verandering van speelveld kregen we ook een nieuw clublokaal en wel Hotel L’Ortije in Rumpen.

1930

1932

Er werd bij Limburgia gestart met jeugdvoetbal.

1935

Het clubblad de Limburgia Omroeper ziet het levenslicht.

1936

Bij besluit van de Algemene Vergadering, gehouden de 14de juli 1936 werd de naam Sportvereniging Stm.Hendrik gewijzigd in Sportvereniging Limburgia.

1936

Bij besluit van de Algemene Vergadering, gehouden de 14de juli 1936 werd de naam Sportvereniging Stm.Hendrik gewijzigd in Sportvereniging Limburgia.

1939

Nadat er vanaf 1925 onafgebroken in de 2e klasse van de KNVB (die in 1929 “Koninklijke” was geworden) werd gespeeld behaalden we in het seizoen 1938-1939 het kampioenschap in de 2e klasse. Ook de promotiecompetitie tegen Bleijerheide, Helmond en Middelburg werd winnend afgesloten. Promotie naar de 1e klasse was een feit.

Uitvouwen

1940

In het seizoen 1939-1940 werd er voor het eerst een trainer in vaste dienst aan de vereniging verbonden en wel de Hongaar Joan Pilcsik. Jammer was het dat de spelers slechts één jaar onder deze kundige trainer hebben kunnen trainen. In verband met de oorlogsomstandigheden moest hij terug naar Hongarije. In dit seizoen werd er een noodcompetitie gespeeld die geen promotie en degradatie kende.

1941

In het seizoen 1940-1941 eindigen we op de laatste plaats en moeten we degradatiewedstrijden spelen tegen de kampioenen van de 2e klasse te weten Picus (Eindhoven), Miranda en RBC. In deze nacompetitie behaalden we één punt te weinig om het eersteklasserschap te prolongeren.

1942

In het seizoen 1941-1942 werd er een tweede plaats behaald in de 2e klasse. Omdat het Bondsbestuur had besloten om de zuidelijke 1e klasse op te splitsen in twee afdelingen zouden er door deze tweede plaats promotiewedstrijden gespeeld moeten worden tegen de laagst geplaatste eersteklassers. Deze protesteerden hiertegen bij het Bondsbestuur dat echter niet afweek van het genomen besluit. Twee dagen voordat er begonnen werd met het spelen van deze wedstrijden moest het Bondsbestuur in opdracht van de Gemachtigde voor de sport in Nederland het besluit ongedaan maken. Het vierde elftal behaald het kampioenschap in haar klasse.

1944

Het seizoen 1943-1944 bracht ons het kampioenschap. Rechtstreekse promotie was niet mogelijk omdat het seizoen 1942-1943 geen promotie- en degradatieregeling had gekend. Derhalve moesten we twee beslissingswedstrijden spelen tegen de kampioen van dat seizoen nl. Waubachse Boys. De eerste wedstrijd werd in Waubach gespeeld en hier verloren we met 1-0. De tweede wedstrijd in Brunssum werd echter op overtuigende wijze met 8-1 gewonnen. Door deze overwinning werd Limburgia in de gelegenheid gesteld de promotiewedstrijden te spelen tegen Sittardse Boys (het huidige Fortuna Sittard), VVV, Goes en TSC. Limburgia eindigde op de eerste plaats en promoveerde naar de eerste klas.

1945

Het seizoen 1944-1945 werd na drie wedstrijden stilgelegd vanwege de oorlogsomstandigheden. Op initiatief van Limburgia werd besloten om over te gaan tot het spelen van een noodcompetitie. Direct na de bevrijding werd getracht een fusie tot stand te brengen tussen de RK Voetbalvereniging Rumpen en Limburgia. Na diverse vergaderingen over dit punt te hebben gehouden, werd in de Buitengewone Algemene Vergadering van 28 januari 1945 een fusie tussen beide verenigingen gesloten en werd er een Geestelijk Adviseur aan de vereniging toegevoegd.

1946

In het seizoen 1945-1946 werd er weer een normale competitie gespeeld. Dit seizoen is een hoogtepunt geworden in de geschiedenis van de vereniging. Voor de eerste maal wist het eerste elftal beslag te leggen op het kampioenschap van District VI en viel onze spelers de eer te beurt te mogen spelen om het kampioenschap van Nederland. De kampioenen der overige districten waren : Ajax, Heerenveen, Haarlem, NEC en NAC. In de competitie om het kampioenschap van Nederland eindigden we op de laatste plaats. Er werden van de 10 wedstrijden slechts drie gewonnen en wel op ons eigen terrein tegen Ajax, NEC en Heerenveen. In augustus werd er deelgenomen aan het jubileumtoernooi van BVV (FC Den Bosch). Hieraan namen deel : Hermes DVS, BVV, Limburgia en Lierse SK. Winnaar werd Limburgia.

1947

Sjra Jacobs en Jeu Theunissen worden geselecteerd voor het Zwaluwenelftal. In november werd er gespeeld tegen het destijds befaamde Norrköping uit Zweden. Limburgia weet deze wedstrijd met 3-2 te winnen. Ook werd er vriendschappelijk gespeeld tegen Lyra (Lierse SK) welke wedstrijd met 5-3 verloren werd en in de kuip tegen Feijenoord, waar met 4-2 gewonnen werd. Kampioenschappen zijn er voor het derde elftal (in de reserve 2e klasse) en bij de jeugd het B- en C-elftal. Limburgia werd in de competitie vierde achter MVV, Sittardse Boys en PSV. Een opmerkelijk feit uit deze competitie willen we u niet onthouden. Op 24 maart van dat jaar vond er een ontzettende mijnramp plaats op de Staatsmijn Hendrik, waarbij als een der eerste slachtoffers de vader van doelman Sjra Jacobs werd geborgen. Naar aanleiding hiervan verzocht Limburgia bij de KNVB om uitstel van de uitwedstrijd tegen PSV. Dit werd door de KNVB geweigerd. Het volgende artikel hierover werd geplaatst in de Limburgia Omroeper. De tekst hebben we in de originele staat overgenomen. 2 Winstpunten in mindering, enz. wegens??..Mijnramp ?! De mijnindustrie, die de laatste jaren zo in het brandpunt der belangstelling staat, werd weer eens het gesprek van den dag, toen op 24 Maart via Pers en Aether wereldkundig werd, dat de Hendrik door een der ergste mijnrampen in onze historie werd getroffen. Wat dit voor onze vereeniging, wier leden practisch allen mijnwerkers zijn, beteekent, zal iedereen zonder meer duidelijk zijn. In ons eerste elftal b.v. zijn 10 mijnwerkers opgesteld, waarvan 7 ondergronders. Het hoeft daarom geen verwondering te verwekken, dat voor ons reeds bij voorbaat vaststond, dat onder deze droevige omstandigheden, die zich temidden van onze arbeidskameraden afspeelden, niet aan voetballen gedacht kon worden. Ons Bestuur stelde zich daarom met den KNVB in verbinding en voor de eerste maal in onze voetballoopbaan werd om uitstel gevraagd. Dit was dus voor den wedstrijd tegen PSV in Eindhoven op 30 Maart. De omstandigheden werden klaar en duidelijk aan de Bondsinstantie voorgelegd, doch als resultaat kregen we nul op request. Nadat Woensdag in een Bestuursvergadering en bloc werd besloten om in geen geval te spelen, was een telegram te elfder ure van dhr. Lotsy (voorzitter Nederlandse voetbalbond) aanleiding om op Zaterdag nogmaals de koppen bij elkaar te steken en in een nieuwe vergadering ons standpunt nader te bepalen. Uiteindelijk werd toen maar besloten om voor de stok achter de deur te zwichten en den wedstrijd tegen PSV onder protest te spelen. Wie een greintje begrip heeft van het kameraadschaps- en solidariteitsgevoel tusschen de mijnwerkers onderling, kan begrijpen, welke zware gang onze reis naar PSV beteekende en in welke timide en geprikkelde stemming de reis naar Eindhoven aanvaard werd. De houding van den KNVB is verder onverklaarbaar als wij bedenken dat voor Limburgia op Paaschmaandag geen wedstrijd werd vastgesteld. De motiveering van den KNVB “wegens het vergevorderde seizoen” blijkt dus slechts een “wassen neus” en kan slechts als dictatuur gebrandmerkt worden. Tenslotte willen wij hier nog aan toevoegen, dat ons bij de uitstel-weigering werd gezegd, dat ’t gewenscht was om zoo spoedig mogelijk naar normale verhoudingen terug te keeren. Als wij dan echter bedenken dat op dat moment slechts 6 van de 13 slachtoffers geborgen waren en dat men ons verplichtte te spelen, terwijl er nog 4 overleden arbeidskameraden waren opgebaard, krijgen wij een heel eigenaardig idee over de opvattingen van de betreffende Heeren. Het geheel heeft bij de Mijnbevolking een misselijken indruk gemaakt en wij willen dit artikel dan ook niet besluiten zonder een felle aanklacht tegen het KNVB-Bestuur in deze kwestie. Een protestschrijven van dezelfde strekking is inmiddels aan het KNVB-Bestuur verzonden.

Het 3e elftal.

1948

Sjra Jacobs en Frits de Graaf worden geselecteerd voor het Zwaluwenelftal. Er werden vriendschappelijke wedstrijden gespeeld tegen de profclub Admira Wien (1-4 nederlaag) en Victoria Pilsen (3-3). In de KNVB bekercompetitie werden we pas in de halve finale door Wageningen uitgeschakeld.

1949

Op de laatste competitiedag verspelen we een beslissingswedstrijd om het kampioenschap tegen BVV doordat we met 1-2 van VVV verliezen. In deze wedstrijd missen we liefst twee strafschoppen. In april werd er meegedaan aan het internationale toernooi van Standaard Luik. De andere deelnemende ploegen waren Hajduk Split, Boldklubben Kopenhagen en een Luiks combinatie-elftal. Hier was geen succes voor ons weggelegd. Bij de jeugd worden het A- en B-elftal kampioen. Het vierde elftal degradeert naar de 2e klasse. Mathieu Spanjer wordt geselecteerd voor het Nederlands militair elftal.

Uitvouwen

1950

Het seizoen 1949-1950 zou het succesrijkste seizoen in ons bestaan worden. Aangezien we in dit seizoen landskampioen werden geven we hierbij het hele competitieoverzicht. De eerste twee wedstrijden werden verloren en wel tegen Helmondia thuis met 0-2 en tegen Brabantia uit met 1-0. De derde wedstrijd bracht de ommekeer, deze werd gespeeld tegen Sittardse Boys op ons terrein en leverde de eerste overwinning op, 3-2. Hierna volgden : VVV – Limburgia 1-1, Limburgia – NOAD 2-1, RBC – Limburgia 2-3 en Limburgia – MVV 2-1. Na zeven wedstrijden gespeeld te hebben, hadden wij ons van de laatste tot de tweede plaats opgewerkt en hadden slechts één punt achterstand op de leider PSV. De volgende wedstrijd was Kerkrade – Limburgia 1-2. Door een gelijkspel van PSV kwamen wij gelijk te staan op de ranglijst. Op 11 december 1949 volgde de belangrijke wedstrijd Limburgia – PSV, welke in stromende regen en met een minimum aantal toeschouwers gespeeld werd, deze wonnen wij met 2-1 en namen de eerste plaats over. De hierop volgende uitwedstrijd tegen Sittardse Boys werd met 2-1 verloren. Door een wijziging in het competitieprogramma moest nu reeds de returnmatch tegen PSV worden gespeeld, ook deze wonnen wij met 2-1. Hierdoor werd de competitiestand van de vijf hoogst geplaatsten als volgt:

  1. Limburgia       12 – 8 – 1 – 3 – 17 punten
  2. PSV              13 – 7 – 2 – 4 – 16 punten
  3. RBC              14 – 6 – 4 – 4 – 16 punten
  4. MVV             12 – 6 – 3 – 3 – 15 punten
  5. VVV              12 – 6 2 4 –  14 punten

Uit vorenstaande blijkt dat de weg naar het kampioenschap moeilijk zou zijn, aangezien al deze ploegen nog gelijke kansen hadden. Na de wedstrijd Limburgia – Brabantia, welke wij met 4-2 wonnen, volgde een onderbreking van enkele weken in verband met de vorst. Op 5 februari werd wederom gestart met de wedstrijd Limburgia – Kerkrade welke een 7-0 overwinning opleverde, hierna volgde Helmondia – Limburgia, welke eindigde in een 2-1 nederlaag, terwijl de wedstrijd NOAD – Limburgia eindigde in een gelijkspel. Aangezien PSV drie wedstrijden achter elkaar won, liep zij de drie punten achterstand in. De hierop volgende thuiswedstrijd tegen RBC bracht ons een benauwde 1-0 overwinning. Hierna volgde de voor ons steeds moeilijke wedstrijd tegen MVV, welke in een 1-1 gelijkspel eindigde, terwijl de laatste wedstrijd VVV thuis, eindigde in een 3-0 overwinning. Aangezien PSV ook slechts één punt uit de laatste drie wedstrijden had verloren, was voor het aanwijzen van de kampioen een beslissingswedstrijd nodig. Deze werd gespeeld op het VVV-terrein in Venlo. 2000 Supporters maakten de reis naar Venlo mee en zagen Limburgia na een spannende en enerverende wedstrijd wederom met 2-1 over PSV zegevieren, waardoor voor de tweede maal in vier jaar tijd Limburgia het districtskampioenschap behaalde. Dit succes is des te groter, gezien het feit dat onze prominente doelman Sjra Jacobs, wegens het ondergaan van een operatie, de laatste vijf wedstrijden moest worden vervangen door Bernard Jonker, die dit op uitstekende wijze deed. Door dit succes konden we voor de tweede keer in de kampioenscompetitie voor het Nederlands kampioenschap gaan spelen. De overige districtskampioenen die hieraan zouden gaan deelnemen waren : Blauw Wit (Amsterdam), Ajax, Enschedese Boys ( het huidige FC Twente), Heerenveen en Maurits (Geleen). Gezien het wisselvallige spel in de competitie hadden wij geen grote verwachtingen en was slechts ons doel om niet op de laatste plaats te eindigen, zoals in 1945-1946. De eerste wedstrijd tegen Maurits waarin Bernard Jonker ons doel verdedigde, eindigde in een 4-3 overwinning. De tweede wedstrijd tegen Blauw Wit in het Olympisch stadion te Amsterdam, welke wedstrijd op hoog peil stond, eindigde in een gelijkspel 3-3. In deze wedstrijd stond Sjra Jacobs na een afwezigheid van ruim twee maanden voor het eerst onder de lat. Reeds in de eerste vijf minuten kon Blauw Wit door Lakenberg een 2-0 voorsprong nemen doordat Sjra tweemaal de bal losliet. Limburgia was hierdoor niet ontmoedigd en Piet Bruist wist nog voor de rust de stand op 2-2 te brengen. Na rust maakte Lakenberg andermaal door het loslaten van een bal door Sjra voor zijn club de derde goal. Ons hele elftal zette zich voor 100% in en mocht door haar goed spel menigmaal van het sportieve Amsterdamse publiek een applaus in ontvangst nemen. Een kwartier voor het einde verrichtte Piet Bruist de hattrick en bracht de stand op 3-3, waarmee het einde kwam. Door dit gelijkspel tegen Blauw Wit kwamen wij met twee gespeelde wedstrijden op de derde plaats te staan. Op 30 april speelden wij de returnmatch in het Maurits stadion. Niettegenstaande de fouten die Sjra in de vorige wedstrijd had gemaakt, werd hij tegen Maurits opnieuw opgesteld, omdat wij hem zo spoedig mogelijk over zijn inzinking wilden helpen en opdat hij spoedig zijn zelfvertrouwen zou terugkrijgen. Limburgia nam in deze wedstrijd door Nelis v.Lubeck de leiding, maar nog voor de rust maakte Driek v.’t Hooft gelijk, terwijl Maassen na de thee Maurits de leiding bezorgde. Door deze nederlaag kwam er geen wijziging in de stand. 7 Mei 1950 bracht een ommekeer. Limburgia won van Enschedese Boys (4-1), Blauw Wit verloor van Maurits (3-4) en Heerenveen won van Ajax (6-5). Hierdoor steeg Limburgia een plaats op de ranglijst en stelde zich gelijk met Blauw Wit, dat ook uit vier wedstrijden vijf punten had. Op 14 mei werd de wedstrijd Limburgia – Ajax gespeeld. Sjra die zijn oude vorm had teruggevonden, heeft er voor een groot gedeelte toe bijgedragen dat deze wedstrijd door ons met 3-2 werd gewonnen. Drie minuten voor het einde werd door Frits de Graaf de winnende goal gemaakt.
21 Mei 1950 : Limburgia – Heerenveen 7-0. Door deze overwinning en het gelijkspel van Blauw Wit tegen Enschedese Boys, nam Limburgia van Blauw Wit de leiding over met één punt voorsprong. Hadden wij ons bij aanvang van de competitie tevreden gesteld met een 4e of 5e plaats, thans na zes wedstrijden gespeeld te hebben zagen wij, dat er gezien het buitengewoon constante spel van ons elftal, kans op een hogere plaats bestond.
29 Mei 1950 : Enschedese Boys – Limburgia; door doelpunten van Hens v.Lubeck en Frits Cox wonnen wij deze wedstrijd met 2-0. 4 juni 1950 : Limburgia – Blauw Wit. Deze wedstrijd was de belangrijkste in de kampioenscompetitie, aangezien Limburgia bij een eventuele overwinning met nog twee te spelen wedstrijden met drie punten voorsprong aan kop zou gaan. Inderdaad heeft Limburgia deze buitengewoon goed gespeelde wedstrijd met 6-2 gewonnen. Voor rust kwamen wij door twee doelpunten van Frits de Graaf en twee van Nelis v.Lubeck met 4-0 voor te staan. Blauw Wit wist echter de achterstand te verkleinen tot 4-2, waarna Frits de Graaf en Nelis v.Lubeck de stand op 6-2 brachten. In deze wedstrijd heeft zich de achterhoede met Sjra Jacobs aan het hoofd bijzonder onderscheiden. Na deze overwinning stegen onze papieren en maakten wij een vrij grote kans op het kampioenschap van Nederland. Uit twee wedstrijden behoefden slechts twee punten te worden behaald om dit een feit te doen zijn. Op 17 juni volgde de wedstrijd Heerenveen – Limburgia. Wonnen wij deze wedstrijd, dan mochten wij ons kampioen van Nederland noemen. Heerenveen, dat de nederlaag van 7-0 in Brunssum nog zwaar zat, zou echter alles in het werk stellen om Limburgia in het Friese Haagje, waar zij gedurende de kampioenswedstrijden nog niet verloren hadden, een nederlaag toe te brengen. Mochten wij reeds binnen het kwartier een 2-0 voorsprong nemen, bij het eindsignaal was de stand 5-3 in het voordeel van Heerenveen. In deze overwinning had Abe Lenstra een groot aandeel; zoals wij hem in deze wedstrijd zagen, zagen wij hem nog nooit. Door deze nederlaag en de overwinning van Blauw Wit op Enschedese Boys was de stand als volgt :
1. Limburgia        9 – 6 – 1 – 2 – 13 punten
2. Blauw Wit       9 – 5 – 2 – 2 – 12 punten
De laatste wedstrijd moest dus de beslissing brengen. De wedstrijd Ajax ?-Limburgia werd op 24 juni 1950 op verzoek van Ajax in het Olympisch stadion gespeeld terwijl de wedstrijd Heerenveen – Blauw Wit op 25 juni 1950 werd gespeeld. Om kampioen van Nederland te worden moest Limburgia winnen van Ajax of Heerenveen van Blauw Wit. Vergezeld van een 2000-tal supporters werd zaterdags naar het Olympisch stadion getrokken om Limburgia in deze zware strijd aan te moedigen. Voor 60.000 toeschouwers demonstreerde Limburgia een verrassend fris en open spel, waartegen Ajax met haar korte spel niet tegen op kon. Ons gehele elftal dat in een uitzonderlijke vorm verkeerde, wist Ajax voor eigen publiek een 6-0 nederlaag toe te brengen en hiermede voor het eerst in de 60-jarige geschiedenis van de KNVB als Limburgse club beslag te leggen op het kampioenschap van Nederland. Bij de rust hadden we door doelpunten van Frits Cox en Frits de Graaf al een 2-0 voorsprong. Kort na de pauze besliste Lei Cox met twee doelpunten de wedstrijd. In de slotminuten werd door doelpunten van invaller Lei Cobben en Frits de Graaf de vernedering voor Ajax compleet. Ook internationaal gezien had men veel bewondering voor het behalen van het landskampioenschap zoals men hier kan lezen.

Sjra Jacobs grijpt afdoende in voordat Rinus Michels gevaar kan scheppen. Hub Welzen kijkt belangstellend toe.

Na afloop van deze wedstrijd werden onze spelers het eerst door de Ajaxieden gefeliciteerd. In de kleedkamer waren het Z.Exc. minister Rutten, Ir. Hopster, vice-voorzitter van de KNVB, dhr. v.Doesburg, voorzitter van Blauw Wit, de burgemeesters van Geleen en Brunssum, Ir. Paulen van de Staatsmijnen e.a. die hun gelukwensen kwamen aanbieden. Nadat de spelers zich hadden verkleed, werd vanaf het stadion in open landauers de zegetocht voortgezet door Amsterdam naar Damstadt, waar de spelers door het comité Damstadt werden gehuldigd en benoemd tot ereburgers van Damstadt. De spontane hulde die ons in Amsterdam ten deel viel, zullen wij nooit vergeten. Na deze huldiging werd de avond in intiem gezelschap verder gezellig doorgebracht. De eindstand van de kampioenscompetitie :
1. Limburgia               10 – 7 – 1 – 2 – 15 – 39-18
2. Blauw Wit               10 – 6 – 2 – 2 – 14 – 36-23
3. Maurits                  10 – 4 – 2 – 4 – 10 – 16-22
4. Ajax                      10 – 4 – 0 – 6 – 8 – 21-22
5. Heerenveen            10 – 3 – 2 – 5 – 8 – 22-34
6. Enschedese Boys    10 – 2 – 1 – 7 – 5 – 10-25

Zaterdag 1 juli was de dag van het receptiefestijn. De geprojecteerde tijdsduur van de receptie was van 5 tot 7 uur, doch het werd liefst elf uur, voor een punt achter het officiële gedeelte gezet kon worden. Tevens werd in dit weekend het 30-jarig bestaan gevierd. Dit omdat het 25-jarig jubileum vanwege de oorlogsperikelen niet had kunnen plaatsvinden. De spelers die het landskampioenschap hadden binnengehaald mochten van het bestuur een fiets in ontvangst nemen. Omdat de KNVB het amateurisme hoog in het vaandel had staan moest vooraf hiervoor bij hun om toestemming gevraagd worden.   Naar aanleiding van het kampioenschap werd in augustus door spelers en bestuur een 14-daagse trip naar Spanje ondernomen, waar ook nog een drietal wedstrijden werden gespeeld en wel tegen C.D.Europa te Barcelona (2-2), Mataro (4-1 winst) en Sabadell (3-1 verlies). Gezien zijn verrichtingen in de kampioenscompetitie maakt Frits de Graaf zijn debuut in het Nederlands elftal. Zie hier beneden zijn uitnodiging voor het Nederlands elftal. In de drie interlands die hij in dit jaar speelde, scoorde hij liefst 3 doelpunten en werd daarna om onbegrijpelijke redenen niet meer geselecteerd. Vóór de Spanje-reis werd er nog geoefend tegen Feijenoord (5-4 winst) en FC Liegeois, bij de opening van sportpark Houserveld van RKBSV, deze ging met 5-3 verloren. Ook werd er direct na het landskampioenschap nog in het Feyenoord stadion gespeeld tegen het Rotterdams elftal. Deze wedstrijd wonnen we met 5-2. Beeldmateriaal van de wedstrijd tegen Ajax en de huldiging in Brunssum kunt u hier zien.
Tevens werd er vanwege het 30 jarig bestaan van de vereniging een jubileumboek uitgegeven, welk hier gelezen kan worden.

1951

In het seizoen 1950-1951 eindigen we door een zwakke competitiestart, welke geweten werd aan de vermoeiende trip naar Spanje, uiteindelijk op de derde plaats, ruim achter kampioen PSV. Ook spelen we weer enkele wedstrijden tegen buitenlandse teams op ons sportcomplex en wel : FC Dudelange (3-2), Coventry City (1-1) en Sabadell (2-5). Kampioen werden het derde en vierde elftal en bij de jeugd het B2 elftal.

1952

We eindigen dit seizoen op de viifde plaats. Internationaal werd er gespeeld tegen Sturm Graz. Deze wedstrijd verliezen we met 5-6. Het derde elftal en bij de jeugd de beide B-elftallen werden kampioen. Het B1 met de doelcijfers 114-9.

1953

Dit seizoen eindigden we in de middenmoot. Jeunesse d’Esch komt bij ons op bezoek en we spelen 2-2 gelijk. Bij de jeugd werden het A1 en B1 elftal kampioen.

1954

Ter voorbereiding op het seizoen maken we een trainingsstage in Luxemburg en spelen er tegen Grevenmacher (1-0 verlies) en Jeunesse d’Esch (0-2 winst). Op initiatief van Fortuna’54 is er gestart met betaald voetbal in de NBVB. Bij besluit van 13 november 1954 van de KNVB mogen de verenigingen van de NBVB zich alsnog bij hun aansluiten en werd de lopende competitie stopgezet. Op 28 november werd er gestart met de eerste semi-profcompetitie in Nederland met vier afdelingen van elk 14 clubs. De eerste negen in de eindstand zullen gaan uitkomen in de te vormen hoofdklasse. Hieronder een overzicht wat er te verdienen was voor de semiprofs van de Limburgse verenigingen die gingen deelnemen aan de semi-profcompetitie. De bedragen zijn in guldens (1 gulden is 45 eurocent).

Eindstand (Afgebroken competitie) W W G V Pt V T
PSV 9 8 0 1 16 28 15
NAC 9 7 0 2 14 21 7
BVV 9 6 1 2 13 22 16
Willem II 9 5 1 3 11 18 12
RBC 10 5 1 4 11 21 18
Limburgia 10 4 2 4 10 15 11
EBOH 9 4 1 4 9 22 22
Xerxes 9 4 0 5 8 11 11
Sittardia 9 2 3 4 7 19 23
Hermes DVS 9 3 1 5 7 12 18
Excelsior 8 3 0 5 6 13 21
VVV 9 2 0 7 4 13 24
Kerkrade 9 1 0 8 2 13 30

1955

We eindigen op derde plaats in de competitie waarin PSV weer kampioen werd. In verband met de herindeling van het betaalde voetbal werden we voor het seizoen 1955-1956 ingedeeld in de hoofdklasse A, waarvan de eerste negen teams in de eindstand zich zullen plaatsen voor de eredivisie. De overige teams in deze hoofdklasse waren NAC, Eindhoven, Sparta, VVV, Fortuna’54, Ajax, Excelsior, ADO, Amsterdam, EBOH, HVC, Stormvogels, DOS (FC Utrecht), Vitesse, Rigtersbleek, NOAD en Roda Sport. De eerste Limburgiaan die op de transferlijst komt te staan is Lei Cox. Het tweede elftal werd ongeslagen kampioen. Ook het vierde elftal en bij de jeugd B1 en B2 werden kampioen.

1956

We verliezen de op de laatste competitiedag bij Sparta met 1-0, dat hierdoor kampioen werd, en komen één punt tekort om ons te plaatsen voor de eredivisie. Dat punt was ons echter ontnomen door de protestcommissie. Hoe was men tot dit besluit gekomen? Welnu, de thuiswedstrijd tegen Fortuna’54, gespeeld in oktober 1955, wonnen we met 1-0 door een benutte strafschop van doelman Sjra Jacobs. Vanwege een protest van Fortuna’54, omdat de stip niet op de juiste plek zou liggen, moest Sjra na de wedstrijd de penalty opnieuw nemen. Door een haag van toeschouwers die zich rond het strafschopgebied verzameld hadden moest hij zich een weg banen om vervolgens de bal tegen de paal te schieten. De toentertijd bestaande protestcommissie bepaalde dat de strafschop genomen na de wedstrijd rechtsgeldig was ondanks de honderden toeschouwers op het speelveld. Door deze beslissing moesten we in de 1e divisie gaan spelen. Het A2 elftal werd kampioen. Op deze foto twee grootheden die in deze wedstrijd speelden, namelijk de keepers Sjra Jacobs en Frans De Munck (Fortuna’54 en Nederlands elftal).

1957

We eindigen op de derde plaats achter kampioen ADO en Alkmaar (AZ). Het A1 en B1 elftal werden kampioen. Er werd gestart met een pupillencompetitie voor onder 12 jaar.

1958

We eindigen op een plaats in de middenmoot. Een fusie met eredivisieploeg Rapid jc gaat ter elfder ure niet door.

1959

We eindigen op de zesde plaats. Op de voorlaatste competitiedag werd Volendam op ons veld kampioen. Ter voorbereiding op het seizoen 1959-1960 spelen we in Berlijn tegen Tennis Borussia wat ons een 3-1 overwinning opleverde en spelen we met 2-2 gelijk tegen Austria Salzburg. Op de terugweg naar huis spelen we ook nog gelijk met 3-3 tegen Hildesheim. Het B1 elftal verliest met 3-1 van Borussia Dortmund die een weekend bij ons te gast zijn. Kampioen bij de jeugd werden A1, C1 en C2.

Uitvouwen

1960

We vierden ons 40-jarig jubileum. In de competitie ontsprongen we degradatie door op de laatste competitiedag met 5-0 te winnen van VSV, die door een overwinning bij ons de kampioensvlag hadden kunnen hijsen. Deze lage klassering werd ook mede bepaald door de puntenaftrek die we kregen vanwege de gestaakte wedstrijd bij RCH. Voor de laatste vijf minuten van deze wedstrijd mochten we nogmaals naar Heemstede afreizen om te beginnen met de stand 2-2 en een strafschop voor RCH. Deze werd door hun benut en in deze stand kwam geen wijziging meer. Dit jaar was er slechts een kampioensteam nl. B3.

1961

In dit jaar werd wederom een zesde plaats bereikt in de eindrangschikking. Vriendschappelijk werd er gespeeld tegen Hildesheim wat een 4-1 overwinning opleverde. Ook dit seizoen slechts een elftal kampioen bij de jeugd. Het succes was weggelegd voor het C3 elftal. De KNVB lanceert een nieuw saneringsplan voor het betaalde voetbal. Zij willen vanaf het seizoen 1962-1963 gaan spelen met één eredivisie, één 1e divisie en twee 2e divisies. Hiervoor zullen de nummers 8 t/m 18 uit de eindstand van de beide 1e divisies degraderen en de nummers 7 spelen een beslissingswedstrijd tegen de kampioenen van de 2e divisie. De nummers 11 t/m 16 van de 2e divisie zullen moeten terugkeren naar de amateurs.

1962

We eindigen op de zesde plaats achter kampioen Heracles, Excelsior, Elinkwijk, RBC en Enschedese Boys waardoor we in de 1e divisie blijven. Ondanks de belangen die er deze competitie op het spel stonden winnen we de fair-play cup door als enige Nederlandse vereniging geen strafpunten te krijgen. Dat betekende dat wij in dat seizoen geen enkele veldverwijzing of officiële waarschuwing ontvingen en tevens ook niet bestraft werden door neutrale waarnemers. Hiervoor mochten wij de wisselbeker en een geldbedrag van 2000 gulden (ruim 900 euro) in ontvangst nemen. Op 29 oktober overleed Frits Cox de midvoor uit ons kampioenselftal uit 1950. Frits mocht slechts 39 jaar worden.

1963

Een dieptepunt in onze historie. Samen met Roda jc degraderen we naar de 2e divisie. Ons B1 elftal werd kampioen.

1964

Op 4 december van dat jaar overleed geheel onverwachts onze contractspeler Rik Aspers. Op dezelfde dag werden onze kleedlokalen en bergruimtes door een brand verwoest, waarbij een groot aantal bekers en trofeeën verloren gingen. In de competitie eindigden we op de zesde plaats. Bij de jeugd werd het C1 elftal kampioen. Er werd gestopt met het uitgeven van het clubblad de Limburgia Omroeper, andere plannen lagen hier in het verschiet.

1965

Bij aanvang van het seizoen 1965-1966 werd er bij de thuiswedstrijden de sportkrant “de Limburgiaan” in een oplage van 17.000 gratis huis-aan-huis bezorgd. Vanaf februari 1966 werd de oplage vergroot naar 22.000 exemplaren want het bezorgingsgebied werd uitgebreid met Ubach o.Worms, Nieuwenhagen en Schaesberg. Aan het slot van dit competitiejaar stonden we op de achtste plaats. Ook de hieropvolgende seizoenen eindigden we in de middenmoot.

1968

Bestuurlijk komt er een splitsing tussen het betaalde- en amateurvoetbal. Een geheel eigen bestuur zal vanaf hier de belangen van de amateurs van Limburgia behartigen. Tevens werd gestopt met de uitgave van de voetbalkrant “de Limburgiaan”. De kosten hiervoor waren niet meer op te brengen. In de competitie was er weer een middenmootplaats voor ons weggelegd.

1970

Op gepaste wijze werd het 50-jarig jubileum gevierd.

1971

De voorgaande seizoenen was telkens een plaats in de middenmoot bereikt. In 1970 verraste de KNVB de verenigingen met de mededeling dat er een sanering in het betaald voetbal zou plaatsvinden aan het einde van het seizoen 1970-1971. Op de algemene vergadering van de KNVB werd door alle clubs, met uitzondering van Limburgia, ingestemd met de opruiming en dat zonder te weten welke criteria zouden worden gehanteerd. De clubs werden overrompeld door het KNVB-plan om op basis van toeschouwersaantallen te gaan saneren. Besloten werd dat de elf clubs, die op basis van een gewogen toeschouwergemiddelde over de voorgaande vijf seizoenen het minst in trek waren, terug moesten naar de amateurs. Sommige clubs hadden zich hierdoor zelf in de vingers gesneden. Het was een publiek geheim dat officiële toeschouwersaantallen vaak lager waren dan de werkelijke bezoekersgetallen. Dat scheelde de clubs namelijk weer in de afdracht van belastingen. Bij andere clubs schoten dat seizoen de toeschouwersaantallen omhoog door het gratis verstrekken van entreekaartjes op de plaatselijke scholen. Immers voor de kinderkaartjes was er slechts een lage belastingafdracht en zodoende kwam men niet op de zwarte lijst van de KNVB te staan. Derhalve moesten wij als financieel gezonde vereniging (mede door de jaarlijkse subsidie van 50.000 gulden van de gemeente Brunssum) terugkeren naar de tweede klasse bij de amateurs. De overige clubs die terug moesten keren naar de amateurs waren : EDO (Haarlem), Hermes DVS (Schiedam), ZFC (Zaandam), NOAD (Tilburg), RCH (Heemstede), SC Gooiland (Hilversum), SC Drente (Klazienaveen), RBC (Roosendaal), Baronie (Breda) en AGOVV (Apeldoorn). Deze roemruchte operatie zou met de inzichten van nu heel andere slachtoffers hebben opgeleverd. Tegenwoordig zou vooral gekeken worden naar de financiële huishouding bij de clubs.

1972

Meteen in het eerste seizoen bij de amateurs werden we kampioen en promoveerden hierdoor naar de eerste klasse, toen de hoogste klasse bij de amateurs.

1974

We behaalden weer een kampioenschap en promoveerden hierdoor naar de nieuw in te stellen hoofdklasse. In de allesbeslissende wedstrijd om het landskampioenschap spelen we op ons complex, voor 12.000 toeschouwers, met 0-0 gelijk tegen Elinkwijk dat hierdoor landskampioen werd.

1976

We werden kampioen in de hoofdklasse met een grote voorsprong op RKC. In de strijd om het landskampioenschap behalen we de titel door een 2-1 overwinning op Weber Germanicus. Om het algemene Nederlands amateurkampioenschap spelen we twee keer gelijk tegen IJsselmeervogels. Zij beslisten de noodzakelijke strafschoppenreeks in hun voordeel. Door deze behaalde resultaten stond de deur open voor een terugkeer naar het betaalde voetbal, dit werd echter door de zogenaamde doorstromingscommissie tegengehouden.

1979

In februari speelden we vriendschappelijk tegen Ajax en we verliezen pal voor het eindsignaal met 3-4.

Voor de wedstrijdgegevens en een verslag kunt u terecht op de website www.degoeieouwetijd.nl

Uitvouwen

1980

Het 60-jarig jubileum werd gevierd.

1982

Ook nu weer een jubileum, namelijk 50 jaar jeugdafdeling.

1985

Vanaf 1976 speelden we met wisselende resultaten in de hoofdklasse. Dit jaar wisten we door een 3-2 overwinning tegen Urk het nationale bekerkampioenschap te winnen.

1988

Op 23 september spelen we een oefenwedstrijd tegen IFK Götenborg die met 2-0 verloren gaat. Ondanks de nederlaag toch een bevredigend resultaat tegen een team dat zich dat seizoen had geplaatst voor deelname aan de Europa Cup 1 (de huidige Champions League).

1990

Een zwak seizoen werd afgesloten met degradatie naar de eerste klasse. Het tweede elftal werd kampioen.

1991

In de 3e ronde van de beker moeten we in de Kuip aantreden tegen Feyenoord. Deze wedstrijd wordt nipt met 1-0 verloren. Het A1 elftal werd kampioen en strandde pas in de halve finale in de strijd om de Bisschopsbeker.

1992

Het 60-jarig jubileum van de jeugdafdeling werd gevierd.

1995

De vereniging bestond 75 jaar, wat op gepaste wijze werd gevierd.

1998

In de negentiger jaren werden nog enkele periodekampioenschappen gewonnen, doch promotie naar de hoofdklasse kon niet meer bewerkstelligd worden. Op 13 februari 1997 vond de eerste fusiebespreking met RKBSV plaats. Dit leidde uiteindelijk tot een samengaan per 1 juli 1998. Hierdoor verhuisden we naar het “Houserveld” en kregen we de naam BSV Limburgia. Aanvullingen op bovenstaand relaas zijn van harte welkom. Vooral betreffende de lagere seniorenelftallen en de jeugd.

Uitvouwen
Scroll naar boven